Masteronderzoek van Ikram Talib naar nauwkeurigheid van de Energy Flow Analysis voor identificatie bodemdemping in hoogbouw
Vanwege de schaarste aan woningen in de grote steden wordt steeds meer gekeken naar stedelijke verdichting middels hoogbouw. Net als in de grote metropolen in de wereld kan de oplossing liggen in super slanke hoogbouw. En toch gebeurt dat tot op heden in Nederland niet. Dit heeft onder meer te maken met maatschappelijke en economische redenen. Daarnaast speelt de grondconditie waar Nederland mee te maken heeft een belangrijke rol. Op 26 april verdedigde Ikram Talib, constructeur bij IMd Raadgevende Ingenieurs, haar masteronderzoek aan de TU naar de nauwkeurigheid van een nieuwe analysetechniek, genaamd ‘Energy Flow Analysis’. Met deze techniek is het mogelijk de bijdrage van de bodemdemping aan de totale demping te bepalen. Talibs onderzoek is in samenwerking met TNO uitgevoerd en is onderdeel van het onderzoeksproject ’Demping van Hoogbouw’. Dit onderzoek heeft als doel in de ontwerpfase van hoogbouw de dynamische eigenschappen nauwkeuriger te kunnen voorspellen en daarmee gericht te kunnen ontwerpen op trillingen en comfort. Hiermee wordt bereikt dat hoogbouw en economischer kan worden ontworpen, met behoud van comfort en veiligheid.
Hoogste wolkenkrabber van de Benelux
Om aan de binnenstedelijke woningbouwopgave te voldoen, is hoogbouw volgens de AM-voorman Ronald Huikeshoven een deel van de oplossing. Hij is blij dat het draagvlak hiervoor toeneemt. “Hoogbouw kan de kwaliteit van de stad helpen verbeteren. Belangrijk daarbij is de plintbeleving. Kun je meer functies samenbrengen in één gebouw? Hoe laat je een gebouw landen in de omgeving?” Qua hoogbouw zet Rotterdam de toon, maar andere grote steden volgen snel. Er zijn in Nederland 202 torens van meer dan 70 meter, en tot 2025 komen er 70 bij, waaronder De Zalmhaven in Rotterdam. “Die ontwikkelen wij samen met Amvest. Met 215 meter wordt dat de hoogste wolkenkrabber van de Benelux.” Meer hoogbouw moet wel gepaard gaan met mobiliteitsplannen. “De parkeernormering moet omlaag en worden gekoppeld aan bereikbaar OV, deelauto’s en deelfietsen.”
Interview “Iedereen moet in de stad kunnen wonen” met bestuurslid Ronald Huikeshoven in gebiedsontwikkeling.nu.
Skyscrapers of 2018
Either as singular outcroppings or as part of a bustling center, skyscrapers are neck-craning icons across major city centers in the world. A modern trope of extreme success and wealth, the skyscraper has become an architectural symbol for vibrant urban hubs and commercial powerhouses dominating cities like New York, Dubai, and Singapore.
While skyscrapers are omnipresent, 2018 introduced new approaches, technologies, and locations to the high-rise typology. From variations in materiality to form, designs for towers have started to address aspects beyond simply efficiency and height, proposing new ways for the repetitive form to bring unique qualities to city skylines.
CTBUH Year in Review: Tall Trends of 2018
The astronomical growth in tall building construction observed over the past decade continued in 2018, though the total number of completed buildings of 200 meters’ or greater height leveled off at 143, after hitting an all-time record of 147 in 2017. The total number of 200-meter-and-higher buildings in the world is now 1,478, a 141 percent increase from 614, in 2010. The year recorded 18 “supertall” buildings of 300 meters or greater height, more than any year previously. China has been a major driver of tall building completions in recent years.
Kom maar op met die Verticale Vinex
Hoogbouw, al jaren onbespreekbaar in Nederland. Sinds de Tweede Wereldoorlog kampen we met forse woningtekorten. Het lijkt alleen maar erger te worden. We denken al jaren met onze provinciaalse aanpak – veel gelijkvormige rijtjeswoningen in gelijkvormige steden – de woningnood te kunnen slechten. 15 miljoen inwoners in 1995, ruim 17 miljoen nu en 20 miljoen in 2030. Op Gemeentelijk niveau gaan we de woningnood nooit oplossen, daarom is centrale regie nu meer dan noodzakelijk inclusief een meer wereldser visie.
In de Rijksstructuurvisie Amsterdam-Almere-Markermeer uit oktober 2013 werd al gesproken over groei voor Almere van 200.000 woningen met 60.000 in 2030 naar uiteindelijk 360.000 ergens in 2050. Een ieder weet dat dergelijke studies nu alweer achterhaald zijn, gezien de bevolkingstoename in Nederland. De groei welke Almere 2.0 voor de Noordelijke Randstad denkt te kunnen opvangen is volstrekt onvoldoende met de huidige woningbouwplannen in voornamelijk laagbouw. Het benodigde aantal woningen in deze regio steekt scherp af tegen het huisje-boompje-beestje plan ‘pioniers in de Flevolandse polder’ in Oosterwold. Oorspronkelijk een utopische gedachte van wethouder A.Duivesteijn.
Op inpoldering van het Markermeer uit het Structuurplan 1964, rust nog steeds een taboe en – ik neem aan voor de meeste Nederlanders – ook op verdere aantasting van het Groene Hart. Hoe denken we de 1 miljoen benodigde woningen voor de komende 10 tot 15 jaar dan te gaan realiseren, zonder dat we het Markermeer inpolderen, Schiphol naar zee verplaatsen, het kassengebied uit het Westland verplaatsen naar Oost-Groningen en het Groene Hart proberen te sparen? De ruimte is er gewoon niet.
The Shadows of New York City
You’re looking at a map of all of the shadows produced by thousands of buildings in New York City over the course of one day. This inverted view tells the story of the city’s skyline at the ground level.
Hoogbouw is hot
Hoogbouw is hot. Na ‘Manhattan aan de Maas’ Rotterdam omarmen Nederlandse gemeenten hoogbouw steeds meer. De ene toren is nog hoger dan de ander. The sky lijkt the limit, maar hoe zorgen we dat deze Nederlandse wolkenkrabbers ook echt bijdragen aan de leefbaarheid van de stad?
Hoogbouw biedt in een immer verdichtende stad een antwoord op toenemende vraag naar woonruimte. Op een relatief klein oppervlak kun je met hoogbouw veel vierkante meters realiseren. De potentie van hoogbouw lijkt dan ook steeds meer door te dringen tot ons voorheen vooral laagbouwend lage landje. Rotterdam ging al eerder de hoogte in, andere steden volgen nu. Zo stemde het Haagse college van B&W in met vijf torens van 140 meter hoogte, te bouwen bij station Hollands Spoor. Verder komen naast Den Haag Centraal twee hoge woontorens. In Amsterdam, dat zich lange tijd verweerde tegen hoogbouw, verrijzen op het Zeeburgereiland nu woontorens van elk 125 meter hoog. Ook Rottterdam blijft niet stilstaan. De Zamlhaventoren, waarvan de bouw deze maand is gestart , moet met 215 meter de hoogste torenflat van Nederland worden. De flat zal onder meer 257 appartementen rijk zijn.
Volgens Erik Faber, bestuurslid Stichting Hoogbouw en partner bij Fakton Development, is er op dit moment binnen de G5 (de traditionele G4 en Eindhoven) een harde en zachte plancapaciteit van circa 80 torens van boven de 70 meter hoogte – de minimale hoogte om in Nederland van hoogbouw te mogen spreken. Faber: ‘Dat is een spectaculaire toename, met gevolgen voor onder andere ruimtelijke ordening, betaalbaarheid, mobiliteit en duurzaamheid van de stad.’
Skyscrapers in Europe 2018
This list of tallest buildings in Europe ranks skyscrapers in by height. For decades, only a few major cities, such as Frankfurt, London, Paris, Istanbul, Warsaw and Moscow, contained skyscrapers. In recent years, however, construction has spread to many other cities on the continent, including Barcelona, Brussels, Lisbon, Lyon, Madrid, Manchester, Milan, Naples, Rotterdam, Valencia, Vienna and others. As of 2017, several European cities have more than 10 skyscrapers above 100 metres (330 ft): Moscow, Istanbul (over 100 each), London (74), Paris (72), Frankfurt (32), Benidorm (26), Warsaw (24), Kiev (23), Rotterdam (20), Milan (18), Brussels (16), Madrid (16), Barcelona (14), Berlin (13), and Naples (10). The Lakhta Center of Saint Petersburg, Russia, is the tallest completed building in Europe, standing at 462.5 metres (1,517 ft).
Hoogbouwplannen binnen de G5
Maakt hoogbouw Nederlandse steden veerkrachtiger?
Op EXPO Real München 2018 heeft op initiatief van de Stichting Hoogbouw een debat plaatsgevonden over de impact van de toenemende hoogbouwplannen binnen de G5. Tijdens de meest recente crisisjaren waren hoogbouwontwikkelingen niet of nauwelijks zichtbaar in onze steden. Niemand durfde in deze kapitaalintensieve vorm van projectontwikkeling te investeren. Te veel risico’s. Op dit moment bestaat binnen de G5 een harde en zachte plancapaciteit van circa 80 torens boven de 70 meter hoogte – de minimale hoogte om in Nederland van hoogbouw te mogen spreken. Dat is een spectaculaire toename, met gevolgen voor o.a. ruimtelijke ordening, betaalbaarheid, mobiliteit en duurzaamheid van de stad. Hoe leiden we die ‘nieuwe’ vorm van verdichting in goede banen? Maakt het onze steden krachtiger? Een interessant thema voor de komende jaren.
Resumerend kan worden gesteld dat de G5 hoogbouw omarmd, maar dat de balans van voor- en nadelen dicht bij elkaar ligt. Er kan op beperkte ruimte tot nog grotere volumes worden gekomen, voor verschillende doelgroepen in verschillende prijsklassen. Daarbij kan de verdichting een kans zijn om Openbaar Vervoer Knooppunten nog beter te benutten om het toenemend mobiliteitsprobleem het hoofd te bieden. Dat de woningprogrammering van de grote steden daarmee toeneemt tot circa 70% appartementen lijken de debatdeelnemers qua afzetbaarheid nog geen probleem te vinden. De doelgroep die kiest voor stedelijk wonen lijkt alleen maar toe te nemen. De vraag lijkt vooralsnog groter dan het aanbod. De suggestie dat de enorme toename met name wordt veroorzaakt door de ‘wall of money’, wordt niet als leidend gezien in deze nieuwe vorm van stedelijke groei. Ook beleggers zien een toenemende vraag naar middeldure huur in de steden en spelen daarop in. De G5 ziet daar een positieve bijdrage aan de betaalbaarheid van de stad. Al zitten de vijf gemeenten niet op één lijn voor welk percentage sociaal – middelduur – vrije sector in hoogbouw haalbaar is.
De ruimtelijke ordening van onze steden zal zich de komende jaren moeten gaan opmaken voor de verdere trek naar de stad. De meeste zorg gaat uit naar de connectiviteit tussen en in de steden. De Randstad+ (met Eindhoven) is onbereikbaar aan het worden. Als de G5 daadwerkelijk een metropool van internationale betekenis wil worden en de verdichtingsopgave van steden aan wil kunnen, moet er een mobiliteitsplan komen, op nationaal niveau. Daar is de G5 eensluidend over. Op gemeentelijk niveau zijn te weinig middelen en krachten gemobiliseerd om dit interregionale probleem beet te pakken. Dus, verdichten met hoogbouw; ja. Maar dan ook de mobiliteitsvraag aanpakken. En dat is niet alleen maar een lagere parkeernorm.
Tot slot wordt nog kort stilgestaan bij de connectie tussen duurzaamheid en hoogbouw. Volgens de debatleden kan hoogbouw zeker een bijdrage leveren aan de veranderende duurzaamheidsaspecten. Verdichten biedt kansen voor extra vergroenen in de openbare ruime van steden of in mixed-zones van gebouwen. Tevens staat hoogbouw de verdere energietransitie niet in de weg. Kortom, voldoende kansen voor hoogbouw als de bedreigingen benoemd en te beheersen zijn. De gemeente Den Haag heeft daar onlangs een goed stap in de richting gezet met haar nieuwe hoogbouwvisie ‘eyeline skyline’.
Voor de Stichting Hoogbouw is het een uitdagende discussie, die op de Expo Real voor het eerst in G5 verband is gevoerd en zeker een gevolg gaat krijgen. Een eensluidend antwoord of hoogbouw steden veerkrachtiger maakt is nog niet te geven. U hoort daar komende tijd meer over.
Debatleden
Klaas Verschuure – Wethouder gemeente Utrecht (o.a Ruimtelijke Ontwikkeling en Leidsche Rijn)
Yasin Torunoglu – Wethouder gemeente Eindhoven (o.a. Wonen en Ruimtelijke Ordening)
Henk Harms – Directeur Ontwikkeling & Realisatie gemeente Den Haag
Henk Jagersma – Stedelijk directeur gemeente Amsterdam
Jos Melchers – Directeur Gebiedsontwikkeling gemeente Rotterdam
Moderator Erik Faber – Bestuurslid Stichting Hoogbouw
Voor vragen kunt u terecht bij het secretariaat van de Stichting Hoogbouw:
Christa van Vlodrop 06-28704322 of via info@hoogbouw.nl
Eyeline en Skyline
De nota “Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline” is een uitwerking van de Agenda Ruimte voor de Stad, vastgesteld door de raad in december 2016. Met de nota wordt gevolg gegeven aan het dictum bij het raadsbesluit (RIS295016) over de Agenda Ruimte voor de Stad. Hierin wordt het college gevraagd een “..visie en beeldkwaliteitsplan op te stellen voor de skyline van Den Haag.” Hoe maakt de gemeente Den Haag toekomstbestendig en biedt de gemeente voldoende woon- en werkruimte voor alle mensen die hier willen wonen, werken en studeren? Dan moet de stad kwaliteit bieden, met voldoende groen en een aantrekkelijke buitenruimte. Bewoners en bedrijven stellen immers hoge eisen aan een duurzame leefomgeving en een gezond vestigingsklimaat. Hoogbouw kan hiervoor -onder voorwaarden- uitstekende oplossingen bieden. Kortom, hoogbouw is geen middel op zich, maar één van de instrumenten waarmee -mits goed gekozen- kwaliteit, identiteit en karakter kan worden gegeven aan de stad. Deze nota reikt regels en ambities aan voor nieuwe hoogbouwontwikkelingen, biedt informatie en inspiratie en draagt bij aan het gesprek hierover met de stad. Doel is de ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid van de stad op de lange termijn te waarborgen en het vestigingsklimaat te versterken.