Arnhem wil de hoogte in, maar hoe voorkom je ellende als in de Bijlmer? ‘Wie hoog wil bouwen, moet eerst naar beneden kijken’
Arnhem zet in de nieuwe wijk Rijnpark fors in op hoogbouw. Een recept voor ellende à la Bijlmermeer? Of zijn al die woontorens juist het Ei van Columbus?
de Gelderlander Harry van der Ploeg, Achmed Majid 01-04-24
De skyline van Arnhem krijgt tussen 2030 en 2040 een totaal ander aanzicht als het aan de gemeente ligt. In Rijnpark, ten oosten van de binnenstad, moeten bijna twintig woontorens verrijzen, sommigen tot wel 120 meter hoog. Velen vrezen voor anonieme woonblokken waar de wind doorheen giert. In de Randstad zien ze het positiever.
,,Niemand in Rotterdam is zo tevreden over zijn woonplek als hoogbouwbewoners”, zegt Erik Faber, partner bij onderzoeksbureau Fakton en voorzitter van Stichting Hoogbouw.
Hoogbouwbewoners waarderen hun woning met het rapportcijfer 8,1, blijkt uit een vorig jaar door de gemeente Rotterdam gehouden onderzoek onder 706 respondenten. Wat moet je doen om straks ook in Arnhem zulke goede resultaten te halen? Stedenbouwkundige Erik Wiersema, stadsbouwmeester van Amstelveen, formuleert de belangrijkste tip: ,,Wie hoog wil bouwen, moet éérst naar beneden kijken, tot op straatniveau.”
Wonen op begane grond
Een levendige, gezellige begane grond is een cruciale voorwaarde voor geslaagde hoogbouw, stelt hij. Wat je vaak ziet en wat niet zo slim is: winkeltjes, bedrijfjes of kantoortjes beneden. Die na verloop van tijd leeg komen te staan. Werkt niet. Wiersema: ,,Zorg er dus voor dat op de begane grond van de hoogbouw gewoond wordt. Dan is er altijd levendigheid. Zorg ook dat het er prachtig uit ziet, dat mensen naar binnen en naar buiten kunnen kijken, dat je ze tv ziet kijken. Zorg voor compacte pleinen. Dat zorgt voor een levendig straatleven. Maak die pleinen rondom hoogbouw niet te groot. Een goede stad voelt aan als een dorp.”
Architect en stedenbouwkundige Erik Wiersema is geen onbekende in Arnhem. Hij ontwierp het nieuwe Prisma, een school voor voortgezet onderwijs voor leerlingen met een beperking aan de rand van Het Dorp. Sinds april vorig jaar is hij stadsbouwmeester van Amstelveen, waar een ambitieus toekomstvisioen over betaalbare hoogbouw al vele tongen los heeft gemaakt. Groot is daar de vrees voor anonieme sociaal onveilige woonblokken à la de Bijlmer. Net als in Arnhem.
Zo zou de nieuwe Arnhemse woonwijk Rijnpark er straks vanuit de lucht uit kunnen gaan zien. Opvallend: de hoogbouw aan de rivier. © BURA
Gezinnen en hoogbouw?
Wiersema begrijpt de vrees wel. Het is de angst dat de menselijke maat het onderspit gaat delven onder druk van de grote vraag naar nieuwe woonruimte. ,,Plannen als in Rijnpark zie je nu overal in Nederland ontstaan. In Amsterdam zijn er de nieuwe wijken van het Amstelkwartier en het Zeeburger Eiland die nu snel vorm krijgen. Naar mijn idee gaat dat heel goed.” Het zijn kwalitatief hoogstaande projecten, benadrukt hij.
Arnhem wil in totaal zevenduizend woningen kwijt op Rijnpark. Het stadsbestuur rekent op 17.500 bewoners, waaronder veel gezinnen. Gezinnen en hoogbouw, dat zou niet samengaan, werd vaak gedacht ,,Dit dogma is langzaam aan het slijten. Je ziet dat er steeds meer verstedelijkte gebieden ontstaan waar kinderopvang en scholen op korte afstand zitten”, zegt Erik Faber van de Stichting Hoogbouw. Ook cruciaal: ,,Je hebt appartementen nodig die minimaal 75 vierkante meter zijn en zeker drie kamers hebben.”
Plus: vertier én speelruimte voor de kinderen van al die flats. Faber wijst voor inspiratie op Denemarken. Daar heeft men veel ervaring met mobiliteitshubs, die ook in Rijnpark zijn voorzien. Hier zijn deelauto’s te vinden en kunnen fietsen worden geleend. Auto’s worden aan de rand van de wijk geparkeerd. ,,In Denemarken hangen ze klimwanden langs de muren van zulke hubs en maken ze er speeltuinen op. Zo kun je van lelijke dingen in een stad toch iets moois maken.”
Impressie van de nieuwe Arnhemse woonwijk Rijnpark aan de Nieuwe Haven in het oosten van de stad. © BURA
‘Hoogbouw bij rivier: mooie combi’
De ligging voor de toekomstige woontorens in Arnhem is goed gevonden, volgens Faber. ,,Hoogbouw bij de Rijn bouwen, dat vind ik een mooie combinatie. Zo’n rivier geeft licht, ruimte en lucht. Dat past wel bij stedelijke gebieden.”
Dat geldt ook voor verdichting (compacter bouwen), stelt stedenbouwkundige Wiersema, ook al roept dat direct weerstand op. ,,Verdichting past bij wat we nu willen in Nederland, qua woonopgave. We hebben in Nederland besloten dat we de woningnood zo gaan aanpakken dat we het landschap zoveel mogelijk open laten. Dan is de hoogte in bouwen onvermijdelijk.”
Maar: hóe hoog dan? Zelf vindt Wiersema de Arnhemse wens om tot 120 meter te bouwen fors. ,,Dat kan wel een tandje lager. Een combinatie van middelhoogbouw met enkele torens die er bovenuit steken, moeten zo worden ontworpen dat windhinder beheersbaar blijft.”
‘Pas op voor dooie boel’
Hoe de indeling van de bijna twintig nieuwe Arnhemse woontorens eruit komt te zien, is nog niet bekend. Wel blijkt uit de gebiedsvisie van Rijnpark dat er behalve woningen ook veel kantoren en bedrijven zijn ingepland. ,,Daar maak ik me zorgen over”, reageert Wiersema. ,,Te veel bedrijvigheid aan de straat betekent dat het na vijf uur ’s avonds ophoudt en dat het een dooie boel wordt. Ook is altijd het gevaar voor leegstand, de economie is immers grillig. En dan wordt een nieuwe stad groezelig.”
Een supermarkt, fitness en zorg dicht bij huis, dát vindt hij prima. ,,Maar hou het daar bij zou ik zeggen.” Toegegeven, er zijn voorbeelden zat waar ambitieuze hoogbouw uiteindelijk leidde tot slechte wijken vol sociale onveiligheid. Zoals de Bijlmer in Amsterdam. ,,Dat ging onder meer mis vanwege te veel groen in de openbare ruimte dat ook nog eens mager onderhouden werd”, zegt Wiersema. ,,Gelukkig weten ze in Arnhem heel goed hoe je dit moet aanpakken. Jullie hebben het befaamde vingerpatroon, met groen dat tot diep in de bebouwing doorloopt. Daarmee heeft Arnhem een hele hoge kwaliteit van stedenbouw te pakken. Terecht is dat Arnhems trots. Hou dat vast.”